Vanuit restcamp Satara is het een kleine 50 kilometer naar restcamp Olifants. Olifants ligt wat oostelijker in het park richting Mozambique. Er loopt van daaruit een mooi onverhard pad noordelijk parallel aan de Letaba rivier tot aan de Engelhard Dam met de praktische naam S44 die overgaat in de S46. Tot zover een prozaïsche jungle experience. Net als de buin-gele helicopter, die hoog in de blauwe lucht cirkelt. Deze laatste duidt op stropers in de omgeving, althans op een jacht op stropers. Vanuit de heli wordt het contact met field rangers op de grond onderhouden.

 

Maraboe

maraboe, foto: rondreis Zuid-Afrika

Iets verderop cirkelt er een groot aantal roofvogels en maraboes in de lucht. Ook de bomen zitten vol met roofvogels en dit duidt dan weer op prooi. De prooi huist in de struiken. Duizenden roodbekvinkjes kwetteren in het struweel op en rond hun nestjes. De vogeltjes broeden in enorme kolonies. Op het uitvliegen van de jonge vinkjes zitten de tientallen rovers te wachten.
De maraboe is een forse ooievaar met een enorme snavel en een opvallende kale kop en nek. Hij doet erg aan een gier denken en is weliswaar een echte aaseter, maar een kleine levende snack verschalkt hij ook zonder probleem. De maraboes hebben zelfs niet het geduld op het uitvliegende jonge grut te wachten en roven de jonge vogeltjes rechtstreeks uit het nest. Het leeuwendeel van de vogeltjes overleeft de brute aanval van de rovers wel, maar bij de luchtaanvallen van de maraboes vliegen de veertjes in het rond, alsof de natuur hier een donsdekbed leegschudt. De natuur doet duidelijk niet aan sentimentaliteit!

Vlak voor de laagwaterbrug bij Olifants staat een bord met daarop de vermelding dat de brug niet toegankelijk is. Natuurlijk wel ‘effe checken’! De mededeling blijkt te kloppen. Sinds de overstromingen van verleden jaar is hier nog niets gedaan om een doorgang mogelijk te maken. Terug naar het kamp is het tijd voor de koffiestop. Restcamp Olifants biedt vanwege de hoge ligging op een berg een prachtig overzicht van de omgeving en de stroming van de rivier. Er zijn altijd dieren te zien en het duurt dan ook niet lang voor het eerste wild in zicht komt.

Net buiten het kamp trekt een hele leeuwenfamilie de aandacht van wat stilstaande auto’s. Een van de leeuwinnen draagt een halsband met zender, een zogenaamde ‘collar’. Hierdoor kan zij door onderzoekers via GPS op veilige afstand gevolgd worden en komen wetenschappers iets meer te weten over haar territoriumgedrag en kunnen ze bepalen waar de groep zich ophoudt in het Krugerpark.
Voor René wordt dit de eerste close encounter met leeuwen in het wild. Hij vraagt dan ook of de ramen van de auto niet dicht moeten. De leeuwen komen wel erg dichtbij de wagen. Is dat niet gevaarlijk? Leeuwen duiken, ‘normaal gesproken’, niet een auto in, krijgt hij te horen. Maar wat is hier wel en niet ‘normaal’? Normaal is het om leeuwen in een dierentuin te bekijken, wanneer ze veilig opgesloten zijn. De jungle experience is een omgekeerde wereld, waarbij toeschouwers geacht worden zich veilig op te sluiten. René is pas gerustgesteld wanneer de dieren de auto gepasseerd zijn.

Onderweg liggen twee jonge hyena’s, ook behoorlijk gevaarlijke jongens’ langs de kant van de weg lekker in het zonnetje en vlak bij de ingang van Satara graast een fraaie witte neushoorn in de buurt van een grote groep buffels. Een mooie thuiskomst na een boeiende rit.

Dat 9 februari een memorabele dag voor René en Fred is geworden lag niet aan het feit dat zij voor dag en dauw opstonden. De wekker gaat die ochtend om 04.00 af. Een goed half uur later melden zij zich bij de receptie van het Satara restcamp voor the real thing. Een morning walk in de jungle! Alle formulieren waarin elke eventuele schadeclaim aan de Krugerorganisatie voor de jungle experience op voorhand wordt afgewezen zijn door de deelnemers getekend. Ook de ongetwijfeld treurende nabestaanden kunnen niet rekenen op enige troostrijke schadevergoeding bij het onverhoopte verlies van hun geliefden. Daarna kwamen de veiligheidsinstructies aan de beurt en de vraag of iedereen wel goed ter been was ( lees: zich zelfstandig uit de voeten kon maken! ). Tenslotte werd iedereen een prettige jungle experience toegewenst met de geruststellende mededeling, dat er nog nooit iemand onvrijwillig was achter gebleven in de wildernis.

Direct al buiten de poort duiken een paar zadeldekjakhalzen in het licht van de koplampen op uit het pikkedonker. Aangekomen op de bestemming geven de rangers Erwin en Martin de laatste instructies: altijd bij elkaar blijven, niet hard roepen en nooit gaan rennen. Als groep ben je veiliger omdat je een groter ‘beeld’ vormt. Van luide menselijke stemmen kunnen sommige dieren onrustig worden en agressief worden en aan rennende bewegingen herkennen roofdieren hun prooi. Kort samengevat: Wie achterop raakt moet vertrouwen op de met 5 (.458 volmantel) patronen geladen geweren van Erwin en Martin en in geen geval gaan rennen of roepen. De boodschap is meer dan duidelijk!

Vol goede moed wandelt het gezelschap – zonder het aanvankelijk in de gaten te hebben – een groep olifanten met diverse koeien en jonge olifantjes tegemoet. De dieren zijn op weg naar een drinkplaats iets verderop. Een fraai maar enigszins ongepland tafereel. De olifanten komen nu van verschillende plaatsen naar de waterplas en de situatie voelt toch even iets anders dan vanuit de auto. Erwin stelt voor om het tafereel toch maar vanuit de jeep te bekijken. Iets verderop lijkt de kust weer veilig en stapt de groep woudlopers weer dapper uit. Het savannegras op de uitstapplaats staat bijna een meter hoog.  Even later blijkt op nog geen 50 meter afstand een moeder neushoorn met haar kalfje te grazen. Enigszins opgeschrikt draait moeder zich om. Haar moederinstinct dat biologisch wordt meegebakken zodra ze haar jong werpt, werkt feilloos. Ze zal bij gevaar tot het uiterste gaan om haar kalf te beschermen. Neushoorns zijn erg bijziend, haar kolossale neus is als een kompas in de oriëntatie op de omgeving. Ze bespeurt geen onraad en graast rustig verder.  De woudlopers halen opgelucht adem.

Tijdens de morning walk blijkt dat de wandelaars niet alleen voor groot wild op hun hoede dienen te zijn. Het is ook oppassen geblazen voor allerlei rondkruipende insecten en ander klein gespuis dat laag op de takken en in het savannegras krioelt. Veel zijn er ongevaarlijk, maar er zijn ook onschuldige ogende exemplaren, die je dag of zelfs je hele jungle experience behoorlijk kunnen vergallen. Maar ja, je hebt de schadeclaim afgewezen, dus je moet dapper door. Geruststellend is wel dat je met ervaren rangers op pad bent, die het onderscheid tussen wat veilig is en waar je voor op dient te passen verantwoord kunnen maken. Zo zijn er bijvoorbeeld spinnen met een hoog moorddadig gehalte. Een berucht exemplaar in die categorie is de bavianen tarantula of wel de neushoorn-baviaan-spin. Het is een gepantserde tarantula, ongeveer een handbreedte groot. Het dier weeft geen zichtbaar web van tak tot tak maar graaft een gat in de grond van wel 5 cm doorsnee, dat niet opvalt voor het ongeoefende oog. Het is een echte roofspin en is vooral tijdens nachtelijke uren actief. Wanneer hij een prooi gevangen heeft sleept hij die mee naar beneden in zijn onderaardse hol om zijn vangst daar op zijn gemak te verorberen. Hij kan wel 20 tot 40 jaar oud worden. Met een strootje peutert Erwin in het ongeveer 30 cm diepe gat. En beet! Het dier slaat zijn kaken om de grasspriet en Erwin trekt het harige monstertje uit zijn donkere hol. Hij is een beetje uit zijn doen. Verdwaasd door het daglicht blijft het harige monstertje roerloos zitten. Hij kan als hij volledig bij zijn positieven is behoorlijk agressief zijn en venijnig bijten.

De tocht wordt voorzichtig voorgezet door een droge rivierbedding waar wat botten van een zebra of buffel liggen. Het struikgewas is hier hoger, dat maakt het terrein onaangenaam onoverzichtelijk, maar dat hoort bij een echte jungle experience. Erwin en Martin spitsen hun oren, ruist er wat in het stuikgewas? Ja zeker………, er ruist wat in het struikgewas en het is niet zo’n klein dingetje waar Toon Hermans het over had. Op zo’n 80 meter afstand graast een groep olifanten. Verdekt opgesteld achter de struiken zien de vroege vogels een flinke olifantenstier voorbij trekken. Is de camouflage afdoende? De bul demonstreert zijn brute kracht door de helft van de kruin uit een enorme boom te scheuren. Donderend geraas en gekraak breken de gespannen stilte. Het dier doet zich te goed aan de takken en volgt tenslotte de kudde. Zebra’s, waterbokken en de andere dieren in de omgeving geven luid snuivend een teken, dat we door hen opgemerkt zijn. Pffffff……..

Tijdens een korte pauze klinkt – nu op gepaste afstand – het gebrul van olifanten. Erwin maant tot stilte wanneer het geluid dichterbij komt ………even later trekt het weer weg…………. Na de snelle snack wordt de wandeling voortgezet. Opnieuw vlakbij hogere struiken en bomen een groep olifanten. Ze lopen verspreid over een groot terrein. Even wachten dus … om te zien hoe de oversteek het best genomen kan worden. Rechts is er weinig zicht door de hoge struiken en bomen. Links lopen olifanten. Recht vooruit staat de rest van de groep dikhuiden. Toch nog maar even wachten. Erwin maant om zo dadelijk gezamenlijk het tempo te verhogen om tussen de olifanten door te komen. Er is geen andere keus. Goed aansluiten en doorlopen is het devies. Rechts kraakt het flink in de struiken. Links lopen de olifanten langzaam weg de savanne over. Vóór is de weg vrij. Nog af en toe even stil staan achter een struik. Het oor te luister leggen – het hart klopt in de keel – en even stevig doorstappen door het manshoge gras ….. en dan staat daar eindelijk de jeep.

De jungle experience is overleefd en onvergetelijk. Dat worden smeuïge verhalen bij de koffie thuis.