regenwater, schade aan de weg

Fred Kruger 2012 080De namen zijn prozaïsch, maar de H1-2 en H1-3 road heten zo. De H1-2 en H1-3 road zijn de  asfaltwegen van kamp Skukuza naar kamp Satara. Op asfaltwegen in het Krugerpark geldt een streng bewaakte snelheidsbeperking van 50 km/uur. De H1-2 loopt van Skukuza naar Tshokwane, de H1-3 van Tshokwane naar Satara. Samen zijn de H1-2 en H1-3 road bijna 100 km lang. Onderweg van Skukuza naar Satara zijn de sporen van de overvloedige regenbuien nog overal duidelijk zichtbaar, vooral op gravel roads, bij bruggen en langs de rivieren. De wateroverlast op de asfaltwegen en in de kampen valt voor de bezoekers nog wel mee. Er is weinig bebouwing in het park en de open grond kan veel water verwerken. Ondertussen wordt er hard aan gewerkt om met name kamp Shingwedzi weer voor bezoekers toegankelijk en bewoonbaar te maken. Er ligt alles bij elkaar verder ook nog ‘achterstallig’ onderhoud van de overstromingen in januari 2012. Naast de bruggen, die nog niet hersteld zijn, is er nu nieuwe schade bijgekomen. Voorlopig is er dus weer werk genoeg aan de winkel voor de technische dienst van het Krugerpark. Zelfs een grote groep leeuwen laat zich niet hinderen door het werkverkeer op de H1-2 en H1-3 road.

De afvoer van al dat overtollige water is een ander verhaal. De ver buiten hun oevers getreden rivieren bieden een overweldigende aanblik; geweldig natuurschoon. Natuurschoon waar de parkbewoners zelf overigens niet vrolijker van worden. Voor veel dieren zijn de sterke stromen nu een extra hindernis op hun gebruikelijke trekpaden door de wildernis. Soms zijn ze niet opgewassen tegen het wilde water, zijn ze niet sterk genoeg om de rivier over te zwemmen of zijn ze gewoon bang voor water. Deze ongecontroleerde dynamiek van ‘wilde’ natuur is een ‘vanzelfsprekend’ deel van haar charme, zullen we maar zeggen.

 

regenwater, winst voor de natuur

Fred Kruger 2012 035De natuur zelf vaart er wel bij; water, warmte en zonlicht zijn een geweldige combinatie.’Groeizaam weer‘ noemen de boeren dat. Langs de H1-2 en H1-3 road groeit het savannegras dan ook als spreekwoordelijke Hollandse kool en dat is bijkomende ‘schadewinst’ voor de grazers in het park. Olifanten, buffels, zebra’s, gnoe’s en impala’s doen zich te goed aan het nu overal overvloedig aanwezige frisse groen. Deze dieren zien er nu weldoorvoed uit, met een prachtig glanzende vacht. Een goede conditie is essentieel voor de overlevingskansen van met name de kleinere dieren zoals impala’s. Die leven hier in de buurt in groten getale. Op hun beurt trekken zij – ongewild! – leeuwen en luipaarden aan. Zo werkt dat in een ecologische voedselketen. Dieren hebben elkaar nodig, de een is het voedsel voor de ander. Impala’s zijn het ‘lopende buffet’ voor leeuwen. De omgeving van kamp Skukuza en kamp Satara staat bekend vanwege de grote populatie roofdieren. Het is een van de redenen waarom deze kampen zo populair zijn bij parkbezoekers. Het laat zich raden, wie het prijskaartje betalen voor deze populariteit. Maar de impala’s hebben met hun fantastische wendbare motoriek een geheim wapen, waarmee ze aan menige achtervolging succesvol kunnen ontkomen. 

Kruger-app

Volgens Fred is er tegenwoordig een gratis app van het Krugerpark beschikbaar, waar je al je gespotte dieren op kunt zetten. Zo kunnen andere bezoekers met dezelfde digitale uitrusting de dieren ook vinden. Hij heeft het allemaal uitgeprobeerd en, naar zijn zeggen, werkt het.  Enthousiast maakt hij melding van zijn gevederde vrienden; Fred heeft een zwak voor vogels.  “Vanmorgen veel vogels gezien. De Wahlberg arend was de eerste. Een onvolwassen exemplaar zat heerlijk in het ochtend zonnetje. Verderop boven het water een Afrikaanse vis arend met op de achtergrond grazende buffels. Iets later zien we vele gieren zweven op de thermiek. Maar ze gaan niet naar boven. Steeds meer gieren verlaten het luchtruim en strijken neer. Helaas iets te ver buiten ons gezichtsveld om te weten wat daar aan de hand is. Een trio waterbokken, kapgieren en twee slapende leeuwen in de struiken maakten de rit compleet.”

Bij de deemstering met het strijklicht van de ondergaande zon zien de dieren er haast nog spectaculairder uit. “De vacht van zebra’s en gnoe’s glanst in de namiddag zon. Zelfs de lellen van francolins en helm-parelhoenders kleuren schitterend op,” meldt hij lyrisch. Voor de niet-ornithologen onder ons: een francolin is een soort fazant. “Vanavond is het drukkend warm, in de verte rommelt het al en schieten er lichtflitsen door het zwerk. In het lichtschijnsel schuift een Afrikaanse bos kat voorbij. Nog geen honingdas, hoewel die hier wel rondstruint door kamp Satara. Het aantal insecten is aanzienlijk toegenomen onder de luifel. Dat wordt dus onweer. Zo gaan we de nacht in….”

ape-streken

Zelfs doorgewinterde krugerbezoekers, als Marjo en Fred, blijken niet opgewassen tegen de sluwe ape-steken van de groene meerkatten. Een goed georganiseerd clubje was hen duidelijk te slim af. Stel je voor: een rustig en zorgeloos begin van de dag. Vogels zingen en de zon straalt uitbundig op het terras. Marjo is druk in de weer met het ontbijt, de tafel gedekt. Een vers geurende omelet op het bord. Alles is klaar. De mannen zijn nog even binnen bezig. Van een afstandje houden de groene meerkatten alles nauwlettend in de gaten. Ze hebben een weloverwogen plan en blijken daarnaast ook nog een goed uitgedacht plan B achter de hand te hebben. Goed georganiseerd doen ze eerst een uitval naar de gedekte tafel. Alles wat eetbaar is, is interessant. Hierbij verdwijnen de beschuiten van tafel. Terwijl Marjo al zijn talenten inzet om de club de bomen in te jagen, wordt Plan B uitgevoerd: achter zijn rug verschijnen de reserve troepen en daarmee verdwijnt in een oogwenk de muesli van tafel de boom in. Plan geslaagd! Marjo en Fred hebben het nakijken. Tja, je moet van goede huize komen wil je hier de lokale bewoners voor blijven. Van de andere kant: je moet de gastheer ook wat gunnen, toch?

 

geluk, dat zich verdubbelt als je het deelt

Vanaf de computer van mister Ntlemo, Duty Manager bij Kamp Satara schrijft Marjo:

“Zoals gebruikelijk hebben we ook dit jaar weer kleding meegenomen om uit te delen. Door de gunstige bagageregels van de vliegmaatschappij en omdat ik wat persoonlijke spullen bij Arend en Truus in Merloth parc heb kunnen laten, konden we samen ruim 75 kg bagage meenemen. We hadden veel kinderkleding, maar ook spijkerbroeken en jacks in de koffers bij ons. Doordat we in de loop der jaren veel kennissen heben gekregen onder de werknemer van Krugerpark, wist ik in welke maat zij die kleding het liefst ontvangen. Het is kleding, die medewerkers en vrijwilligers van Dierenpark Amersfoort aan ons meegegeven hebben. Het is voor ons een kleine moeite om die in te zamelen en mee te te nemen, terwijl ze er hier erg blij mee, te meer ook omdat de kosten van levens onderhoud in Afrika de laatste jaren sterk gestegen zijn. Ook kleine beetjes helpen, nietwaar?”

Ter illustratie hierbij nog een foto van een van de medewerksters Kruger, voor wie het allemaal bedoeld is en een foto van een gelukkige Afrikaanse, die met blije trots de nieuwe uitbreiding van haar garderobe showt.

Overigens zitten onze tocht over de H1-2 en H1-3 road en daarmee onze dagen in kamp Satara er weer op. De volgende stop is kamp Mopani, 117 kilometer verder naar het noorden. Tenminste gerekend over de verharde ‘snelweg’ H1-4, H1-5 en H1-6.