Skukuza kamp

Skukuza is gesitueerd in het gebied tussen de Sabie en Crocodil rivier, dat in 1898 officieel uitgekozen werd voor The Sabie Game reserve. Femke II, Kruger jan. 2011 489Skukuza is gesitueerd in het gebied tussen de Sabie en Crocodil rivier, dat in 1898 officieel uitgekozen werd voor The Sabie Game reserve. De oorspronkelijke naam van Skukuza was Sabie Bridge of gewoon ‘reserve‘, reservaat. ‘Bridge‘ verwijst naar de oude spoorbrug in Skukuza kamp, die niet meer in functie is. Het oude station, waar de wagons aan het perron op het punt van vertrekken lijken te staan, is ingericht als restaurant. In 1936 krijgt het kamp de naam Skukuza. Skukuza is de Tsonga naam voor James Stevenson-Hamilton. Hij was de eerste bewaker-ranger in het Sabie natuurreservaat, de voorloper van wat nu wereldwijd bekend staat als het Paul Krugerpark.  Skukuza is het het meest ‘ontwikkelde’ kamp van het Krugerpark. Het administratieve centrum van het park is er gehuisvest. Het heeft met een museum, een modern geoutilleerd conferentiecentrum,  een  internetcafé en twee restaurants en een 9 holes golfbaan. De accommodatie mogelijkheden variëren van standaard tot zeer comfortabel met luxueuze bungalows langs de oevers van de Sabie. Er is een camping site en gelegenheid tot het boeken van game drives en bush walks.

Stevenson-Hamilton Memorial Museum

Het museum van Skukuza verhaalt over de ontstaansgeschiedenis van het Krugerpark. De Tsonga naam van Stevenson-Hamilton betekent letterlijk ‘hij de schoon veegt‘. Al in 1902, in de beginperiode van het park werd er gestroopt en als bewaker was ‘Skukuza’ de man, die stroperij aan banden moest leggen. Onder zijn bezielende leiding werd in 1926 het Sabie reservaat uitgeroepen tot Kruger Nationaal Park. Met succes bestreed hij de oppositie, die tegen ‘natuurbehoud’ in dit gebied was en in plaats daarvan ontwikkeling van veehouderij en landbouw voorstond. Na zijn 44 dienstjaren blijkt het bestaan van dit natuurreservaat voldoende gerechtvaardigd en gewaarborgd voor de toekomst.
In 1902, wordt Harry Wolhuter als assistent van Stevenson-Hamilton - Skukuza - aangesteld.In 1902, wordt Harry Wolhuter als assistent van Stevenson-Hamilton aangesteld. De man is een legende geworden. In augustus 1904 komt hij met zijn paard, na een patrouille bij Tshokwane, in de problemen wanneer 2 volwassen leeuwen zijn pad kruisen. Hij wordt van zijn paard geworpen, maar gewapend met een simpel zakmes weet hij een van de volwassen leeuwen een fatale doodsteek toe te brengen. Hij vlucht een boom in en zijn dappere hond weet de andere leeuw op afstand te houden totdat er uren later hulp op komt dagen. Het waren barre tijden! Het zakmes van legendarische Wolhuter en de leeuwenhuid, compleet met het steekgat, worden tentoongesteld in het Stevenson-Hamilton Memorial Museum in Skukuza.

olifanten mest als souvenir

Kamp Sukuza ligt dicht bij de belangrijkste entree poort naar het park, de Kruger Gate. Deze toegangspoort is aan de zuid-westelijke grens gesitueerd en ligt relatief dicht bij de luchthaven van Johannesburg. Hier landen de meeste dagjes-mensen, die voor een of enkele dagen met een georganiseerde busreis het park aandoen. Door haar zuidelijke ligging is Skukuza het drukst bezochte kamp en is de handel in souvenirs een lucratieve business. Hoorns van de neushoorn en ivoor is er vanzelfsprekend niet te koop, wel olifantenpoep in blik.

olifantenmestOlifantenmest wordt door de lokale bevolking gebruikt als een middeltje-uit-grootmoeders-tijd. De mest wordt in pan boven een vuurtje verwarmd en men laat het enige tijd pruttelen. De vochtige damp wordt ingeademd om verkoudheid en andere simpele aandoeningen in de luchtwegen mee weg te stomen. Net zoals bij ons in Nederland met een doek over je hoofd boven een dampende ketel met kamille gestoomd wordt tegen een verstopte neus .Voor toeristen is de olifantenpoep een ludieke herinnering aan een safari-avontuur. Olifantenmest is overigens niet alleen voor toeristen een ‘must-have’. Ook gele vlinders blijken er – zij het om wellicht heel andere redenen – massaal op af te komen. Zij schijnen er mineralen uit te halen of misschien leggen ze wel hun eitjes erin. De mest heeft voor deze dieren in ieder geval een natuurlijke aantrekkingskracht. Het kan ook zijn dat de vlinders ontpopte rupsen zijn, die in de olifantenmest tot ontwikkeling zijn gekomen. Volgens het zelfde principe waarmee de mestkevers uit Egypte gewoon zijn hun eitjes leggen in mestballen van kamelen en ezels. Wie zal zeggen hoe deze microscopische eco-systemen werken? Aan de onbekendheid op dit gebied had de Egyptische scarabee in faraonische tijden zijn status als ‘heilige pillendraaier’ te danken.

onvoorspelbare bavianen

Vandaag zijn Marjo en Fred op weg naar Skukuza. De hitte en het vele water van de afgelopen maand houdt de dieren in de bush. Ze hoeven niet rond te trekken voor drinkwater en zoeken de schaduw onder de bomen op of staan met de rug naar de zon. De koffiestop van de picknickplaats, die al eerder bezocht is, is gesloten omdat er een 20-tal grote varanen rondstruinen. Die hebben nu plaats gemaakt voor bavianen. Bavianen zijn zogenaamde ‘cultuurvolgers’, waar je beter maar respect voor kunt hebben. Ondanks dat het afgeraden en zelf verboden wordt om deze dieren te voeren – opdat ze daarmee niet leren afhankelijk te worden – werpen mensen ze toch etenswaar toe. Bijgevolg komen ze nu ook op niet-aangeboden voedsel af. De club teistert, om niet te zeggen terroriseert, de plek. Iedereen dient op z’n hoede te zijn. Prullenbakken worden gesloopt en leeg getrokken. Volwassen bavianen zijn – in tegenstelling tot groene meerkatten – agressief en levensgevaarlijk onvoorspelbaar in hun gedrag.

Een groep van zo'n 60 bavianen vermaakt zich uitstekend in de verfrissende plas bij Skukuza.Zo worden ze verondersteld bang voor water te zijn. Maar in het Krugerpark blijken ze, tot ieders verbazing, bij heet weer er lustig op los te badderen in de ondiepe poelen langs de rivieren. Een groep van zo’n 60 bavianen vermaakt zich uitstekend in de verfrissende plas. Daarbij gaan ze vrolijk ‘kopje onder’ en de jonge apen plonzen van de kant af het verkoelende water in. Een heel vrolijk gezicht, als een klasje uitgelaten kinderen op schoolreisje naar een natuurzwembad. Europese dierentuinen houden bavianen, vanwege de veiligheid voor de parkbezoekers,meestal achter een diepe watergracht. De observatie dat ze, in het wild, rustig te water gaan, werpt een ander licht op deze beveiligingsstrategie. Het is niet bekend of ze kunnen zwemmen. Het is althans nooit waargenomen, maar hier in het Krugerpark wekken ze in ieder geval niet de indruk dat ze bang voor water zijn, zoals altijd gedacht wordt. Dierenleven en dierengedrag blijkt dus nog steeds vol verrassingen.

afscheid van Krugerpark

Een rit vanaf Skukuza door een schitterend Zuid-Afrikaans landschap volgt. Veel oog voor die natuur hebben ze overigens deze keer niet. Zuid AfrikaMet een traditioneel etentje als afscheid in het spoorwegrestaurant van Skukuza komt er voor Marjo en Fred een einde aan deze Krugermaand. Afgezien van het feit dat Marjo er een uur na vertrek achter komt, dat hij zijn bril heeft laten liggen in het huisje en bijgevolg terug moet ‘racen’, verloopt de terugreis voorspoedig. Een rit door een schitterend Zuid-Afrikaans landschap volgt. Veel oog voor die natuur hebben ze overigens deze keer niet. Op de nipper halen ze het vliegtuig, dat klaar staat om hen terug te vliegen naar Nederland, waar het wildlife zich met onder meer reeën, damherten, dassen, egels en kikkers een stuk minder gevaarlijk voordoet, met uitzondering dan misschien van de wilde zwijnen.