Nationaal Krugerpark Afrika Wildlife

Krugerpark Afrika Wildlife

Krugerpark Afrika Wildlife

Het Nationaal Park Kruger (Afrikaans: Nasionale Krugerwildtuin of Kruger Nasionale Park en in het Engels: Kruger National Park) of kortweg Krugerpark is een omvangrijk wildpark in het noordoosten van Zuid-Afrika, op de grens met Zimbabwe en Mozambique.

Het is een van de bekendste, zo niet het bekendste, wildpark in Afrika. Het Krugerpark trekt jaarlijks een grote aantallen vooral ook buitenlandse bezoekers. Het park bevat 25 omheinde kampementen om te overnachten, waarvan de kampen Skukuza, Lower Sabie en Satara de grootste zijn. Het park is in zijn geheel omheind en heeft acht toegangspoorten. Alleen op aangewezen ‘uitklimplekke’,  zoals picknickplaats Tshokwane, is het toegestaan voor bezoekers om uit de auto te stappen.

Restcamp Lower Sabie ( Beneden Sabie ) is van historische betekenis, omdat hier en rond dit kamp de ontwikkeling van het Krugerpark is begonnen. Paul Kruger, indertijd president van de Zuid Afrikaanse Republiek ( Transvaal ), stelde in de Volksraad ( het parlement ) voor, om het wildbestand op bepaalde stukken staatsgrond te behouden. De aanleiding hiertoe lag in het feit dat in dit gebied steeds meer mensen kwamen wonen, waarbij het wild in toenemende mate geëxploiteerd werd. Dit voorstel heeft in 1898 uiteindelijk geleid tot de proklamatie van het Sabie-wildreservaat tussen de Krokodilrivier ( de huidige zuidgrens van het Krugerpark ) en de Sabierivier. Het betrof op dat moment het zuidelijke deel van het huidige Krugerpark tussen de Krokodillenrivier en Sabie Rivier net ver van het huidige kamp Skukuza.

Nationaal Krugerpark het begin

Vanaf het begin is Krugerpark Afrika Wildlife een begrip in de safariwereld. Reizigers gaan voor de gecombineerde ervaring van ‘Krugerpark Afrika Wildlife’. Het gedeelte van het Krugerpark rond Skukuza is uitermate populair en krijgt de meeste bezoekers. Niet alleen vanwege de grote variëteit en het grote aantal dieren, maar ook omdat het relatief dicht bij de internationale luchthaven van Johannesburg, OR Tambo-airport, gelegen is. Het betreft het gebied dat tegenwoordig tussen Krokodillebrug en Malelane ligt als zuidelijke lijn en Lower Sabie en Pretoriuskop als noordelijke lijn. President Kruger noemde het gebied Sabie River Game Reserve. Door de Boerenoorlog (1899 – 1902) is de uitvoering tot stilstand gekomen. Na de oorlog ging het in eerste instantie vooral om natuurbewaring.

Nationaal Krugerpark afmetingen en maten

Het park is 415 km. lang, behoorlijk groot dus naar Nederlandse maatstaven, zeker wanneer je je realiseert dat de afstand van Groningen naar Maastricht ongeveer 310 km. is. De breedte is gemiddeld 75 km. en grenst aan de oostkant aan Mozambique. Er ligt ongeveer 800 km. asfaltweg door het hele park en je kunt naar de schatting van Marjo over 2.000 km. nauwelijks verharde gravel-roads, zeg maar zandpaden, rijden.
De grootste afstand tussen de kampen met logeer accommodatie bedraagt 453 km. De kampen openen hun toegangen tot het park al om 05.00 uur in de ochtend, in de avond moet je STIPT om 18.30 binnen het kamp zijn. Na die tijd kom je het kamp niet meer binnen en dien je dus je overnachting buiten het Krugerpark te zoeken. Bij de 8 toegangspoorten tot het Krugerpark of in het Afrikaans ’toeganghekke’ is dan altijd wel een hotel te vinden. Er zijn daarnaast ook nog 5 privaatkampen, 6 open bosvelden en 2 kampeervelden.
Het landschap en de fauna in het gebied zijn indrukwekkend en op een majestueuze wijze ‘natuurlijk’.  In de natuurlijke loop van de rivieren wordt bijvoorbeeld niet corrigerend ingegrepen. Links en rechts zijn er voor drinkplaatsen waterpompen geslagen en windmolens opgesteld om een zo natuurlijk mogelijk en eco-vriendelijk energiebeleid te kunnen voeren. Een groot aantal bruggen verbinden de oevers over talloos veel rivieren, die nog op een natuurlijke manier door de vrije wildernis meanderen.

Nationaal Krugerpark lokatie en klimaat

Het park ligt in de provincies Limpopo en Mpumalanga. Het klimaat van het Krugerpark is een gematigd savanne klimaat. Er zijn geen vier echte seizoenen te onderscheiden. Er is echter wel een regentijd en droge tijd. De zomers zijn vrij nat, de winters droog. De kans op regen in de wintermaanden december en januari is vrij klein en de zon schijnt in deze periode uitbundig. De temperatuur is gemiddeld rond de 25°C. De temperatuurverschillen tussen winter en zomer zijn niet groot wat betreft de middagtemperaturen, maar ’s nachts zijn er wel redelijke verschillen. In de zomermaanden is het ook ’s nachts warm en zwoel, in de wintermaanden kan het redelijk afkoelen in het park.

Nationaal Krugerpark en wildlife

Het Krugerpark is dus opgericht om bescherming te bieden aan het wildleven dat langzaam bedreigd werd met uitsterven door intensieve jacht. Naast de grootte is dit park ook bekend om de grote variatie aan diersoorten. Hiervan zijn de zogenaamde ‘Big Five’ het meest bekend: de leeuw, de buffel, het luipaard, de neushoorn en de Afrikaanse olifant. Van de Afrikaanse olifant leeft in het Krugerpark de grootste populatie ter wereld, dat is ook belangrijke reden waarom het park voor Mario zo aantrekkelijk is.

In 2003 telde het park 11.700 Afrikaanse olifanten. Naast deze vijf dieren zijn er ook nog vele andere, zoals de giraffe, het nijlpaard, de koedoe, de impala, de wilde hond, de zebra, de cheeta, de hyena, de krokodillen, de bavianen.
Verder wordt het park bevolkt door meer dan 500 vogelsoorten, 200 zoogdiersoorten en tientallen reptielen soorten en kleinere ‘organismen’ , zoals kikkers, schildpadden en kameleons. Insecten soorten lijken mij hier ontelbaar rond te zwerven. Op een van de eerste avonden in het Krugerpark, tijdens ons avondeten in de buitenkeuken van ons Afrikaanse huisje, schrok ik me te pletter toen een ‘wandelende tak’ tegen mijn bril aanvloog. Sommige ‘wandelende takken’ blijken dus ook nog te kunnen vliegen. Dat er zulke dieren überhaupt bestaan, buiten de vitrines van een insectenmuseum, werd me in een klap erg duidelijk. Dit tot groot vermaak van Marjo.

Nationaal Krugerpark archeologische lokaties

Tot slot van deze algemene inleiding – voor de bodem-onderzoekers onder ons:
het park kent meer dan 300 archeologische vindplaatsen, waaronder Masorini en Thulamela.